De communicatie tussen commons en de overheid is vaak onevenwichtig. De cultuur en waarde van de commons worden niet vaak door de overheid erkend. Vaak sluipt er ongelijkwaardigheid in. Daarom formuleren we hier op basis van een aantal voorbeelden uit de praktijk de volgende tips:
- Wees je bewust dat je überhaupt mee kán en mág praten. Jij spreekt namens je zelf en als betrokken persoon in de commons en daarmee ook in zekere mate namens hen.
- De overheid spreekt vaak Systeemtaal. Een soort Nederlands, verhullende taal, men niet direct wat er aan de hand is. Ook het gebruik van modieuze en of Engelse woorden leiden tot uitsluiting. Het kan handig zijn tweetalig te zijn, en ook tegelijk gewoon Nederlands en Systeemtaal te spreken.
- Als taal niet werkt, gebruik een symbool. Een ‘joker’ of een vlag dat symbool staat voor de inwoners in de wijk, die ‘hetgeen gezegd wordt ook zouden moeten kunnen begrijpen’.
- Een gesprek is geen gesprek. Belangrijker is dat er een proces van gesprekken komt. In dat proces werken we toe naar een bepaald doel. Commons en Overheid moeten dat proces samen vaststellen en ook afspreken hoe ze erop toezien dat er naar gehandeld wordt.
- Vertrouwen creëren is niet zo heel moeilijk. Er zijn leuke werkvormen die mensen van verschillende werelden met elkaar kennis kunnen maken (Wisselen van Pet, elkaar visualiseren, Taalbingo, elkaar waarnemen en de ander kenschetsen)
- Oog voor economische onevenwichtigheid. Bewoners zitten daar zonder betaling. Voor die uren zouden zij ook een vergoeding moeten krijgen. Ook dat is werken aan gelijkwaardigheid en erkenning.
- In het verloop van het gesprek kan het weer onevenwichtiger worden. Dan is de binnen en buiten kring een aardige vorm (vissenkom). Bijvoorbeeld de mensen van het systeem (overheid zorginstanties) starten in de binnenring vertellen over hun issues, de inwoners zitten in de buitenkring en luisteren alleen, dan kunnen zij mensen aan in de binnenkring aftikken en in hun plaats deelnemen in het gesprek. Je kan ook andersom starten natuurlijk, dat je eerst de inwoners aan het woord laat.
De systeemwereld moet de gelijkwaardigheid ten diepste omarmen om mensen mee te laten doen. Sterker nog: mensen die hun eigen ding doen zijn de norm. Daar moet de overheid op aansluiten. Mensen die hun eigen ding doen: Commoning = samenleven in onderling verband, verbonden met elkaar. In staat om met elkaar te maken (produceren) te gebruiken (consumeren) en daar samen besluiten over te nemen.